Terug

Breuken en kommagetallen in elkaar omzetten

Breuken en kommagetallen in elkaar omzetten

 
Doel van deze oefening
Begrijpt de relatie tussen breuken en decimale getallen en kan veel voorkomende breuken en decimale getallen in elkaar omzetten (bv.: 1/5 = 0,2).

Welk kommagetal hoort bij de breuk?
Kies uit: 0,6 – 0,50,330,2 0,25

 

1= 0,2
 

1= 0,25
 

13 = 0,33
 

2= 0,5
 

610 = 0,6