Terug

Een som of verhaaltje geven bij optellen en aftrekken

Een som of verhaaltje geven bij optellen en aftrekken

 
Doel van deze oefening
Een formele bewerking geven bij een optel- of aftreksituatie met hele getallen onder 100.000 en een passende optel- of aftrekcontextsituatie geven bij een formele bewerking onder 100.000.


10.600 - 2.480 = 

 

Welke vragen passen bij deze som?
 


Goed Fout
Anton rent 10.600 meter in een uur. Dit is 2.480 meter minder dan hij vorig jaar kon rennen in een uur. Hoeveel meter kan Anton volgend jaar in een uur rennen?
Het circus heeft vorig jaar in totaal 10.600 bezoekers getrokken. Dit jaar trekt het circus 2.480 minder bezoekers dan vorig jaar. Hoeveel bezoekers zijn er dit jaar?
Een nieuwe scooter kost € 10.600,-. Voor de oude scooter krijgt Patricia € 2.480,- terug. Hoeveel moet Patricia bijbetalen?
Alex wint € 10.600 bij de loterij. Van dit bedrag wordt nog € 2.480 belasting afgetrokken. Hoeveel euro heeft Alex uiteindelijk gewonnen?